Naar aanleiding van de jaarlijkse vragen in de gemeenteraad over lessen islamitische godsdienst in de gemeentelijke basisscholen, werden de gemeenteraadsfracties uitgenodigd op een toelichting van de Vlaams inspecteur islamitische godsdienst.
“Volgens de grondwet zijn scholen die door openbare besturen worden ingericht verplicht om, tot het einde van de leerplicht, de keuze te bieden tussen lessen over erkende godsdiensten en zedenleer”, vertelt schepen Jochen Baert. “Onze gemeentelijke basisscholen moeten dus ook lessen aanbieden over de islamitische godsdienst als er vraag naar is. Aangezien dit jaarlijks vragen oproept in de gemeenteraad, vonden we het essentieel om alle fracties uit te nodigen voor een toelichting door de bevoegde inspecteur.”
Tijdens de sessie gaf de inspecteur uitgebreide uitleg over de inhoud en doelstellingen van de islamlessen binnen het Vlaams onderwijs. “Het was onze intentie om de raadsleden correct en volledig te informeren en hun vragen te beantwoorden,” licht schepen Chancelvie Okitokandjo toe. “De inspecteur gaf een grondige toelichting over de kernwaarden en leerdoelen van de lessen en besprak de vereisten en engagementen waaraan elke leerkracht islamitische godsdienst moet voldoen. “Daarnaast werd ingegaan op de didactische methoden, het gebruikte lesmateriaal en de mechanismen voor kwaliteitsbewaking en toezicht.”
Alle fracties waren vertegenwoordigd en namen actief deel aan het debat. Er werden verschillende vragen gesteld over de praktische organisatie van de lessen, de opleiding en kwalificaties van de leerkrachten en de aansluiting van de islamlessen op de bredere onderwijsdoelstellingen in Vlaanderen. “De inspecteur beantwoordde deze vragen in detail en benadrukte het belang van transparantie en objectieve informatieverstrekking,” besluit schepen Baert. “Door deze toelichting te organiseren, willen we bijdragen aan een goed geïnformeerd debat en een open dialoog. Zowel voor de inspectie als het schoolbestuur is het bijvoorbeeld belangrijk dat alle lessen in het Nederlands worden gegeven. Kennis over hoe deze lessen worden ingericht en opgevolgd, is essentieel voor wederzijds begrip en respect.”
