Met zeventien keer in de top twintig waaronder negen keer in de top tien, en twee keer een podiumplaats met een derde plaats in Erpe en bij zijn laatste wedstrijd van het seizoen een tweede plaats te Ploegsteert-La Hutte, heeft Lars Van Stappen (18) als tweedejaars junior een mooi en regelmatig wielerseizoen achter de rug. Met dit resultaat kan Lars met een gerust gemoed de overstap naar de beloften maken, al heeft hij nog geen concrete doelstellingen, omdat het voor hem een volledig nieuwe categorie is en een grote stap is in zijn ontwikkeling. Zijn belangrijkste focus ligt erop om de overstap goed te verteren en dit vooral in de zwaardere wedstrijden zoals de interclubs. Wij spraken hem tussen zijn examens door en brengen u graag zijn verhaal.

Waarom en hoe ben je begonnen met koersen en waarom de voorkeur voor het wielrennen? en deed u voor het wielrennen een andere sport?
Ik ben begonnen met wielrennen tijdens de corona periode. Voor die tijd was ik actief in BMX op een behoorlijk hoog niveau. Tijdens corona besloot ik om eens wat op de weg te gaan fietsen, maar in eerste instantie niet met het idee om wielrennen als mijn sport te kiezen. Toch kreeg ik tijdens mijn allereerste wegwedstrijd de smaak te pakken, en vanaf dat moment ben ik blijven koersen.
Ik blijf overigens af en toe nog BMX-trainingen meedoen, omdat ik die achtergrond koester. Toch voelde wielrennen voor mij meteen als een perfecte keuze. Bij BMX heb je vaak te maken met veel stress; de races zijn kort, meestal maar 30 à 40 seconden, en een goede start is cruciaal. Dat bracht vaak veel spanning met zich mee. Bij wielrennen zijn de wedstrijden daarentegen veel langer, gemiddeld twee tot drie uur. Dit geeft mij de ruimte om volledig in mijn eigen zone te komen en zonder die extreme stress mijn beste prestaties neer te zetten. Dat aspect van het wielrennen sprak mij enorm aan en heeft mijn voorkeur bepaald.
Je startte als eerstejaars nieuweling met wielrennen, hoe was je ervaring toen je begon te koersen?
De overgang van BMX naar wielrennen als eerstejaars nieuweling was een unieke ervaring. Hoewel ik in de fietssport bleef, voelde het toch alsof ik iets volledig nieuws ontdekte. BMX en wielrennen verschillen enorm van elkaar, wat het spannend en uitdagend maakte. Waar BMX draait om explosiviteit en korte inspanningen, vraagt wielrennen juist veel van je uithoudingsvermogen en strategisch inzicht. Dit betekende dat ik helemaal opnieuw moest beginnen en mezelf op een andere manier moest ontwikkelen.
Mijn eerste jaar op de weg begon helaas niet zoals ik had gehoopt. Het zat vol tegenslagen, met meerdere blessures die mijn seizoen in de kiem smoorden. Ik brak zowel mijn sleutelbeen als mijn pols, waardoor ik maar drie wedstrijden heb kunnen rijden dat jaar. Ondanks deze pech gaf het mij juist extra motivatie om alles te geven in de voorbereiding op mijn tweede seizoen als nieuweling, dat eigenlijk mijn eerste “echte” koersjaar zou worden.
Tijdens de wintermaanden heb ik keihard gewerkt om mezelf opnieuw op te bouwen. Ik wist dat ik moest werken aan mijn uithoudingsvermogen, dat in BMX nauwelijks een rol speelt. Het was een volledig nieuwe uitdaging, maar ik zette grote stappen vooruit. Die vooruitgang was duidelijk zichtbaar toen het nieuwe seizoen begon.
Als tweedejaars nieuweling voelde ik me sterker en beter voorbereid. Ik merkte al snel dat ik geen problemen meer had met de langere afstanden, en mijn uithoudingsvermogen bleek een solide basis te zijn. Met elke wedstrijd groeide ik, zowel fysiek als mentaal. Ik leerde de sport steeds beter begrijpen, en ik begon de strategieën en tactieken van het wielrennen meer onder de knie te krijgen. Die vooruitgang zorgde ervoor dat het steeds beter ging, en dat motiveerde me enorm om door te zetten.
Hoe verliepen je seizoenen bij de nieuwelingen en als eerstejaars junior? Wat waren je belangrijkste wedstrijden en prestaties?
Zoals ik eerder aangaf, had ik in het begin tijd nodig om in het wielrennen te groeien. Tijdens mijn tweede jaar als nieuweling begon ik wel steeds beter mijn draai te vinden. Ik behaalde een aantal top 10-plaatsen, maar echte uitschieters bleven uit. Toch waren er momenten waarop ik meer durfde en bijvoorbeeld deelnam aan lange ontsnappingen. Hoewel ik toen nog net die laatste procentjes miste om mee te doen voor het podium, voelde ik dat ik vooruit ging.
Mijn eerste seizoen als junior bracht een duidelijk kantelpunt in mijn ontwikkeling. Ik merkte dat ik sterker werd en steeds beter mijn plek in het peloton vond. Als eerstejaars junior was ik vaak in staat om mee te koersen met de besten, wat een mooi gevoel gaf. Ik wist in meerdere wedstrijden te finishen in de kopgroep, wat bevestigde dat ik op de goede weg was.
Toch waren er ook uitdagingen dat seizoen. Ik had toen nog geen trainer, en dat maakte soms het verschil. Ik kon het vaak net niet afmaken en miste die specifieke begeleiding om mijn potentieel volledig te benutten. Daarnaast liep de samenwerking binnen mijn ploeg niet zoals ik had gehoopt. Dit zorgde ervoor dat ik aan het einde van het seizoen besloot om van ploeg te veranderen en te gaan werken met een trainer.
Die keuze kwam na advies van mensen die in mij geloofden en zagen dat ik nog veel marge had om te groeien. Met een trainer kreeg ik een beter gestructureerde aanpak, en dat gaf me meteen vertrouwen voor de toekomst. Die stappen hebben me geholpen om mezelf verder te ontwikkelen, zowel fysiek als mentaal, en mijn ambitie om nog verder door te groeien werd alleen maar groter.
Hoe kijk je naar je prestaties van het afgelopen seizoen als tweedejaars junior, ben je er tevreden over of had je er meer van verwacht?
Het afgelopen seizoen als tweedejaars junior was een belangrijk jaar voor mij, omdat het mijn eerste seizoen was waarin ik samenwerkte met een trainer. Dat bracht niet alleen nieuwe kansen, maar ook verwachtingen met zich mee, zowel van mezelf als van mijn nieuwe ploeg. Het was ook de eerste keer dat ik kon deelnemen aan de grote UCI-wedstrijden, zoals de E3 Saxo Classic, Luik-Bastenaken-Luik en de GP Bob Jungels,…
Deze wedstrijden waren een enorme uitdaging. Het niveau was bijzonder hoog, en vaak haalde minder dan de helft van de renners de finish, wat veel zegt over de zwaarte van deze koersen. Toch merkte ik al snel dat ik goed kon meekomen, vooral op de klimmetjes. Dat gaf me vertrouwen en hielp me sterker te worden, zowel fysiek als mentaal. De ervaring die ik in deze topwedstrijden opdeed, zag ik ook terug in de tussentijdse kermiskoersen, waar ik betere prestaties begon neer te zetten.

Een hoogtepunt van het seizoen was mijn optreden in het provinciaal kampioenschap, een koers waar ik 100 kilometer in de ontsnapping was. Ik zat de hele wedstrijd in de kopgroep. Ik voelde me daarna elke koers beter en dat gaf me een enorme boost. Wel besefte ik dat er nog werk aan de winkel was, vooral wat betreft mijn sprints.
Naarmate het seizoen vorderde, bleef ik beter worden. Dit resulteerde in meerdere podiumplaatsen, waarbij ik vaak in de kopgroep eindigde en meedeed in de beslissende sprints. Mijn laatste wedstrijden als junior waren zelfs mijn sterkste. In die koersen reed ik bijna constant vooraan, en het peloton heb ik nauwelijks gezien. Dat harde werk werd beloond met een prachtige tweede plaats in een van mijn laatste wedstrijden, een prestatie waar ik heel trots op ben.
Over het algemeen ben ik tevreden met mijn seizoen. Het was een jaar vol groei en leermomenten, waarin ik heb laten zien wat ik in mijn mars heb. Tegelijkertijd weet ik dat er nog ruimte is om verder te verbeteren, en dat motiveert me om het komende seizoen als belofte nog sterker voor de dag te komen.
Volgend jaar wordt je eerstejaars belofte, wat denk je voor volgend seizoen? of wat zijn de verwachtingen en plannen voor 2025?
Ik heb nog geen concrete doelen gesteld, omdat het een volledig nieuwe categorie is en een grote stap in mijn ontwikkeling. Natuurlijk zullen sommige renners een stuk ouder en meer ervaren zijn, maar dat zie ik eerder als een uitdaging dan als iets om terug te schrikken. Mijn belangrijkste focus ligt erop om de overstap goed te verteren, vooral in de zwaardere wedstrijden zoals de interclubs.Ik heb mijn laatste jaar bij de junioren sterk afgesloten en ben met een goede basis de winter ingegaan. Dat geeft me veel vertrouwen voor wat komt.
Ben je aangesloten bij Isorex Cycling Team op dit moment? Blijf dit ook volgend jaar en waarom?
Ik heb nog een contract bij Isorex tot 31 december 2024, maar omdat Isorex stopt na de junioren categorie, was een overstap onvermijdelijk. Vanaf 1 januari zal ik de kleuren van het VDM-Trawobo Cycling Team dragen. Toen de ploegleider contact met me opnam, ben ik met hen in gesprek gegaan. Het voelde meteen goed tijdens ons gesprek, en uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om me bij hun team aan te sluiten.
Zijn er bepaalde mensen die je even wil bedanken of vernoemen aub?
Ik wil graag mijn team, Isorex Cycling Team, bedanken voor de mooie kansen die ik heb gekregen en de uitstekende begeleiding. Ook mijn trainer wil ik bedanken voor zijn toewijding en voor het zorgen dat ik altijd op het juiste moment in topvorm was. Natuurlijk wil ik ook mijn ouders bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun, maar vooral mijn opa, die bij elke koers aan mijn zijde stond en me steunde.
Lars, in naam van onze redactie bedank ik u voor dit mooi en leuk interview. Wij wensen u van harte veel succes toe en wij kijken uit naar uw verdere prestaties! Good Luck!
