Het college van burgemeester en schepenen van lokaal bestuur Erpe-Mere heeft zich onbevoegd verklaard om te oordelen over een omgevingsvergunningsaanvraag van Farys. Die aanvraag had betrekking op de vernieuwing van de riolering en de heraanleg van de wegenis in de Stationsstraat en omliggende straten in Burst en Aaigem.
Op 4 januari 2025 diende Farys, in dit dossier bouwheer, een omgevingsvergunning in bij het lokaal bestuur van Erpe-Mere. Deze aanvraag vormde het sluitstuk van een lang traject. Jarenlang werd er intensief overlegd tussen de verschillende betrokken partners: Farys, Aquafin, het lokaal bestuur, bewoners, Infrabel, De Lijn en anderen. Dat overleg resulteerde in een solide project dat inspeelt op de noodzaak om de Stationsstraat en omgeving grondig aan te pakken.
Volgens de regelgeving die begin januari 2025 van kracht was, was lokaal bestuur Erpe-Mere bevoegd om over deze aanvraag te beslissen. Terwijl de behandelingsprocedure liep – die onder meer een openbaar onderzoek omvatte – vernietigde het Grondwettelijk Hof op 18 september echter de Vlaamse regelgeving die het lokaal bestuur als bevoegde overheid aanwees.
Door die uitspraak ontstond juridische onduidelijkheid. Daarom vroeg het lokaal bestuur juridisch advies. Op basis daarvan besliste het college op 8 oktober om zich onbevoegd te verklaren.
“Door de beslissing van het Grondwettelijk Hof is het, als je naar de regelgeving kijkt, niet duidelijk wat er met een aanvraag zoals die voor de Stationsstraat moet gebeuren,” zegt Wim Lammens, schepen van Juridische Zaken. “Maar als je de rechterlijke uitspraak volgt, lijkt het ons juridisch het meest correct om ons onbevoegd te verklaren. Hopelijk zorgt de Vlaamse regelgever snel voor duidelijkheid, want dit probleem treft veel lokale besturen. Erpe-Mere heeft gewoon de pech dat we net nu, kort na het arrest, een beslissing moesten nemen over deze aanvraag. Het is nu aan Farys, als indiener van het dossier, om te bepalen hoe ze met deze beslissing omgaan. Eén ding staat vast: de broodnodige werken aan de Stationsstraat en omgeving zullen hierdoor helaas vertraging oplopen.”
Langverwacht project op de helling.
De geplande werken in de Stationsstraat en de omliggende straten waren al jaren onderwerp van overleg en voorbereiding. De straat verkeert in slechte staat, en de bestaande riolering is sterk verouderd. De geplande rioleringswerken zouden niet alleen de wateroverlastproblemen moeten aanpakken, maar ook de wegenis vernieuwen en de verkeersveiligheid verbeteren.
Het project voorzag eveneens in een herinrichting van de publieke ruimte, met aandacht voor zwakke weggebruikers en een kwalitatieve opwaardering van het straatbeeld. Door de beslissing van het Grondwettelijk Hof en de daaruit voortvloeiende juridische onzekerheid, dreigt de realisatie nu opnieuw uitgesteld te worden.
Lokale besturen in het ongewisse.
De uitspraak van het Grondwettelijk Hof raakt niet enkel Erpe-Mere, maar ook veel andere Vlaamse gemeenten die momenteel werken voorbereiden of lopende vergunningsaanvragen behandelen. Door de vernietiging van het regelgevend kader is het onduidelijk welke overheid nu bevoegd is om dergelijke dossiers af te handelen.
Het arrest vernietigde namelijk de bepalingen in de Vlaamse regelgeving die lokale besturen als vergunningverlenende overheid aanstelden voor bepaalde categorieën van omgevingsvergunningen. Daardoor kunnen gemeenten die momenteel midden in een procedure zitten, geen geldige beslissing meer nemen zonder risico op juridische betwistingen.
Vertraging dreigt onvermijdelijk.
Voor de inwoners van Burst en Aaigem betekent de beslissing een nieuwe vertraging in een dossier dat al geruime tijd aansleept. De geplande vernieuwing van de Stationsstraat werd eerder al uitgesteld door overlegprocedures, technische afstemming met nutsmaatschappijen en budgettaire planning.
Het is nu afwachten hoe Farys – als indiener van het dossier – met de beslissing omgaat. Mogelijke pistes zijn een nieuwe aanvraag bij de bevoegde hogere overheid, of het afwachten van een nieuw Vlaams decreet dat de juridische leemte invult.
Schepen Lammens benadrukt dat het bestuur blijft inzetten op het dossier zodra er duidelijkheid komt: “De nood aan een duurzame heraanleg van de Stationsstraat is groot. We hopen dat de Vlaamse overheid snel de nodige stappen zet zodat dit project niet langer geblokkeerd blijft.”
Met deze beslissing komt Erpe-Mere terecht in een juridisch vacuüm dat de uitvoering van cruciale infrastructuurwerken bemoeilijkt. Terwijl de straten van Burst en Aaigem wachten op hun broodnodige vernieuwing, ligt de bal nu opnieuw in het kamp van de Vlaamse wetgever én van Farys.