Afgelopen vrijdag kleurde Brasschaat opnieuw zwart-geel-rood, want Elias Van Breussegem (33) schreef er het Belgisch kampioenschap tijdrijden voor eliterenners zonder contract op zijn naam. De renner uit Oudenaarde behaalde hiermee zijn vijfde nationale titel, waarvan vier in het tijdrijden en één op de weg. Voor wie hem kent, komt dat niet als een verrassing: Van Breussegem is een man van het moment, die op kampioenschappen keer op keer zijn beste benen bovenhaalt.
Ondanks zijn indrukwekkende palmares – inmiddels goed voor acht zeges dit seizoen – blijft hij er zelf nuchter bij. “Ik moet mezelf niks meer bewijzen,” zegt hij met een brede glimlach. “Wat ik nu nog doe, doe ik vooral omdat ik het graag doe. De resultaten die erbij komen zijn mooi meegenomen, maar het moet plezant blijven.”
Gespannen ontspanning.
De aanloop naar het kampioenschap was nochtans niet ideaal. “De dag voordien marcheerde ik voor geen meter,” blikt hij terug. “Tijdens de verkenning en de korte training voelde alles stroef. Maar gelukkig voelde ik me de dag zelf echt veel beter. Ik had meteen een goed gevoel in de benen. Tijdens de rit zag ik mijn wattages, en die bevestigden dat gevoel. Ik voelde kracht, stabiliteit, controle. Dan weet je: vandaag kan het gebeuren.”
Toch bleef het lang spannend. Na het eerste tussenpunt lag Van Breussegem zelfs één seconde achter. “Maar op het lastigere deel van het parcours kon ik die achterstand ombuigen in een kleine voorsprong. Ik had mijn pacing goed onder controle en bleef mezelf pushen. De tweede helft van het parcours maakte ik het mezelf moeilijker door een paar slechte bochten, maar ik had genoeg power om telkens snel weer op snelheid te komen. Dat was cruciaal.”
Geen revanche, wél lessen geleerd.
Op het provinciaal kampioenschap in Herzele moest hij nog zijn meerdere erkennen in Kamiel Notebaert, die hem toen met amper twee seconden klopte. Van revanchegevoelens op het BK was echter geen sprake. “Nee, helemaal niet. Het PK had ik gewoon zelf vergooid door te laks te zijn. Soms moet je zo’n tik krijgen om weer wat scherper te staan. Dat was hier het geval. Ik ben veel geconcentreerder gestart en heb mezelf vanaf kilometer één gedwongen om de perfecte positie aan te houden en niet te verslappen. Dat heeft het verschil gemaakt.”
Vijfde titel, zelfde trots.
Met deze overwinning schrijft Elias opnieuw geschiedenis in het Belgische wielermilieu. Vijf nationale titels, waaronder vier in het tijdrijden, zijn geen toeval. “Het blijft elke keer iets speciaals. Zo’n titel is een waardemeter. Het geeft aan dat je nog steeds meedoet, dat je niveau nog goed zit. Ik ben vooral blij dat ik dit kan neerzetten voor de mensen die me al jaren steunen. Familie, supporters, vrienden… zij zijn een deel van dit verhaal.”.
De koers als plezier, niet als plicht
Wat de toekomst betreft, blijft Van Breussegem bescheiden. “Ik heb dit seizoen al acht keer gewonnen. Meer moet dat eigenlijk niet zijn. Ik hoef niks meer te bewijzen. Ik rijd zonder druk, en dat maakt het eigenlijk net leuker. Geen stress meer over wat moet, enkel nog wat ik wil.”
En wat hij wil, is nog een paar mooie prestaties neerzetten. “Het BK op de weg in Rollegem staat nog op het programma eind deze maand. Dat wordt een heel ander verhaal. Daar moet echt alles meezitten. De benen, het parcours, het koersverloop, en natuurlijk ook een beetje geluk. De kans dat je verliest is altijd groter dan dat je wint, maar ik ga mijn uiterste best doen. Het zou fantastisch zijn, nog eens die trui op de weg, maar het is zeker geen obsessie.”
Een jaartje erbij?
Op de vraag of een nieuwe titel hem kan overtuigen om er nog een jaartje bij te doen, reageert hij met een knipoog. “Haha, daar heb ik eerlijk gezegd nog niet over nagedacht. Als ik kampioen word, zal ik niet ineens terug op de rollen kruipen of dubbel zo hard gaan trainen. Dan probeer ik gewoon met minder trainingsuren toch een goede vorm op te bouwen. In de zomer gaat dat meestal wel vanzelf. Maar het zou echt enkel nog voor het plezier zijn.”
Van Breussegem: koers met karakter.
In een wielerwereld waar prestaties vaak de bovenhand nemen op plezier, vormt Elias Van Breussegem een aangename uitzondering. Hij fietst met het hart, laat zich niet opjagen, maar staat er wel telkens wanneer het er écht toe doet. Zijn vijf nationale titels zijn het bewijs van een onmiskenbaar talent, maar bovenal van een sportman die met beide voeten op de grond blijft.
En of hij nog een titel pakt of niet: voor zijn supporters is hij sowieso al een kampioen. Niet alleen door zijn overwinningen, maar ook door zijn openheid, gemoedelijkheid en pure liefde voor de koers.
“Ik hoef niks meer. Als het stopt, stopt het. Maar zolang het blijft kriebelen, blijf ik rijden. En zolang ik win, blijf ik lachen.” – Elias Van Breussegem.
