Begin april startten er archeologische opgravingen ter hoogte van de Dendermondse Steenweg. Nog tot begin volgend jaar zal een team van SOLVA er de resten blootleggen van het Jennemiekeskerkhof, de vorige officiële begraafplaats van Aalst. Deze archeologische opgravingen gebeuren in het kader van de plannen voor deNieuwe Tragelweg.
Langs de Dendermondse Steenweg, op de plek waar vroeger een aantal winkelketens waren gevestigd, kondigt een grote tent sinds vorige week nieuwe bedrijvigheid aan. Begin april startte SOLVA er met archeologische opgravingen, die tot januari 2026 zullen duren. Deze onderzoeken gaan vooraf aan de Nieuwe Tragelweg, waarvoor de vergunning momenteel door de stad wordt aangevraagd.
Een ploeg van twaalf arbeiders en archeologen zijn dagelijks op de site aanwezig om er de resten bloot te leggen van het Jennemiekeskerkhof, de plek die van 1784 tot 1867 dienst deed als officiële begraafplaats van de stad. In die periode werden er tussen de 30 000 en 40 000 Aalstenaars begraven.
Historiek van het Jennemiekeskerkhof.
Tot het einde van de 18e eeuw begroeven de Aalstenaars hun doden op het kerkhof rond de Sint-Martinuskerk (en andere kerken en kloosters), in het centrum van de stad. In 1784 werd het verboden om te begraven in kerken en binnen de stadsmuren, omwille van hygiëne en plaatsgebrek. Daarom kocht de kerkfabriek dat jaar nog een terrein langs de Dendermondse Steenweg en op 2 november 1784 wordt de begraafplaats ingewijd. Het kreeg in de volksmond de naam Zjennemiekeskerkhof (Jennemiekeskerkhof), vermoedelijk naar de bijnaam van Maria-Johanna Meert, die er als eerste begraven zou zijn.
In 1867 houdt het Jennemiekeskerkhof officieel op te bestaan. Dan wordt namelijk een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen, langsheen de Leo de Béthunelaan, de huidige stedelijke begraafplaats. Opvallend is dat de oprichting van het nieuwe kerkhof door de stad gebeurde: een wet uitgevaardigd door Napoleon in 1804 liet namelijk toe dat ook gemeentelijke administraties begraafplaatsen oprichtten.
De kerkfabriek verpacht het oude kerkhof, maar verbiedt de pachters om er putten te graven. Eind 19e eeuw, in de schaduw van de spoorlijn en het station, begint de opkomst van industrie.
Wat wordt er onderzocht?
Het archeologische onderzoek beperkt zich vandaag tot de zone waarvoor de vergunning voor de Nieuwe Tragelweg lopende is. Verwacht wordt dat er in dat gebied zo’n 2 000 skeletten worden gevonden in verschillende archeologische lagen. Momenteel werd het terrein al afgegraven tot het eerste archeologische niveau, op zo’n 40 cm diepte. Daar werden de eerste graven en knekelputten al zichtbaar, net als een deel van de kerkhofmuur die de volledige begraafplaats omzoomde. De vondsten worden in kaart gebracht en gefotografeerd. Daarna wordt alles gewassen, gedroogd en onderzocht door de archeologen en fysisch antropologen.
Archeoloog Wouter De Maeyer legt uit wat er precies wordt onderzocht: “Met osteologisch onderzoek – het bestuderen van botten – kunnen wetenschappers de biologische identiteit achterhalen van de overleden individuen. Was het een man of vrouw en hoe oud was de persoon toen die stierf? Ook over de gezondheid van de begraven mensen kan inzicht verkregen worden. Gebroken (en geheelde) breuken, gewrichtsaandoeningen, bepaalde infecties, kankers, ziektes, voedseltekorten… kunnen allemaal sporen achterlaten op het skelet. Zo reconstrueren we stap voor stap de levensverhalen van mensen die al eeuwen geleden zijn overleden.” Dankzij deze opgravingen krijgen we een representatief staal van de Aalstenaars in de 18e en 19 eeuw.
Kom een kijkje nemen.
Het team van SOLVA is elke weekdag van 8 tot 16 uur aan het werk. Wie wil, mag een kijkje komen nemen. Er zullen ook een aantal opensleuvendagen en rondleidingen worden georganiseerd.
Wil je het team versterken? Dat kan ook. Er worden nog een aantal arbeiders en vrijwilligers gezocht die mee kunnen helpen met de opgravingen en met het schoonmaken en labelen van de vondsten. Alle informatie vind je op so-lva.be.