In Aalst worden maand na maand indrukwekkende cijfers opgetekend wat betreft het gebruik van deelsteps: maar liefst 12.399 ritten per maand. Toch is het enthousiasme niet universeel. Onder de bevolking groeit de ergernis over de manier waarop de steps worden gebruikt én achtergelaten. Volgens gemeenteraadslid Steve Herman (Vlaams Belang) is het duidelijk: “Wat als milieuvriendelijk alternatief begon, is voor velen een bron van overlast geworden.”
De klachten zijn divers, maar komen vaak neer op twee grote pijnpunten: enerzijds het roekeloos rijgedrag — te snel rijden over voetpaden en in drukke zones — en anderzijds het hinderlijk achterlaten van steps midden op de stoep of op gevaarlijke plekken. Ouderen, mensen met een beperking en ouders met kinderwagens worden daar het vaakst door getroffen.
Schepen van Mobiliteit Iwein De Koninck (CD&V) erkent dat het systeem voor verbetering vatbaar is. “We zitten midden in een grondige evaluatie van het volledige deelmobiliteitssysteem”, zegt hij. Dat is niet toevallig: de huidige samenwerking met aanbieder Dott loopt af in juli. Wat daarna komt, ligt nog niet vast, maar de stad wil lessen trekken uit de voorbije jaren.
De Koninck nuanceert wel het beeld dat alle overlast van de deelsteps komt. “De steps van Dott zijn begrensd op 25 km/u, en rijden in de praktijk gemiddeld 12,2 km/u. In autovrije zones daalt dat zelfs tot 6 km/u. De echte overlast komt van opgevoerde privésteps — de opgefokte Camino’s van vandaag.”
Het onderscheid tussen gereguleerde deelsteps en vaak illegaal opgevoerde privésteps is voor de doorsnee voorbijganger moeilijk te maken. Toch is het cruciaal in het debat over veiligheid en overlast. Volgens De Koninck zal bij de evaluatie ook gekeken worden naar hoe men beter kan handhaven op fout gebruik én fout parkeren. Er liggen voorstellen op tafel zoals vaste dropzones, strengere boetes, of zelfs tijdelijke rijverboden in bepaalde zones.
Ook andere steden kampen met gelijkaardige problemen. Brussel, Gent en Leuven hebben de voorbije maanden hun deelmobiliteitsbeleid aangescherpt, vaak door het aantal aanbieders te beperken en duidelijke regels op te leggen rond het stallen van voertuigen.
In Aalst wordt in de komende weken beslist of en hoe de samenwerking met Dott of een andere aanbieder zal worden voortgezet. Ondertussen roept de stad op tot gezond verstand. “We willen zeker deelmobiliteit niet bannen,” aldus De Koninck. “Maar het moet op een manier gebeuren die leefbaar is voor iedereen.”
Of dat evenwicht gevonden wordt, zal de toekomst moeten uitwijzen. Eén ding is duidelijk: Aalst is de deelstep niet beu, maar wél de chaos die er soms mee gepaard gaat.
