Naar aanleiding van de bespreking van het meerjarenplan en de jaarrekeningen 2020–2024 in de gemeenteraad, heeft Bart De Spiegeleer namens Vooruit Aalst een kritische tussenkomst gehouden. Hij legt de vinger op de wonde: de stad is financieel op korte termijn gezond, maar sociaal bloedt Aalst stilletjes leeg.
“Een zorgzame stad investeert niet alleen in stenen, maar vooral in mensen,” benadrukt De Spiegeleer. “Wat wij zien, is een meerderheid die zich laat verleiden door prestigeprojecten, terwijl de noden in de wijken, de kinderopvang, de sociale huisvesting en de verenigingen toenemen. De Aalstenaar krijgt daar bitter weinig voor terug.”
Vooruit Aalst maakt zich zorgen over de torenhoge schuld van de stad, die verdubbeld is tot 180 miljoen euro, en binnen enkele jaren dreigt te verdrievoudigen. Dat is geen vooruitgang, dat is financieel risicovol beleid zonder kompas. De ene maand wordt geld over de balk gesmeten voor parkeerplaatsen voor deelsteps, om dan twee maanden later de deelsteps te schrappen. We investeren in gebouwen zonder bestemming en beloven feestzalen zonder eerste steen. Tegelijk worden deelgemeenten vergeten en kunnen verenigingen geen zaal meer huren. Dat is geen bestuur, dat is achteruitgang.
De partij hekelt het gebrek aan structurele keuzes op sociaal vlak. Er is onder-investering in sociale tewerkstelling en het tekort aan kinderopvangplaatsen groeit. Terwijl we 900.000 euro aan Vlaamse ondersteuning konden krijgen voor schoolmaaltijden, weigert de stad die subsidies om het bestaand project brooddoosnodig uit te breiden. En dat in een stad waar de armoede toeneemt.
Vooruit pleit voor een ander beleid. Geld moet opnieuw naar betaalbaar wonen, naar toegankelijke kinderopvang, naar ondersteuning van verenigingen en jeugdwerk. Een stad moet investeren in mensen, niet in prestige. De beschikbare subsidies moeten sociaal worden ingezet, niet links laten liggen. En armoede bestrijd je met daden, niet met marketing.
De cijfers tonen aan dat het anders kan. Wat ontbreekt, is politieke wil. Vooruit Aalst is klaar om de sociale motor van deze stad opnieuw aan te zwengelen, besluit De Spiegeleer.