Tijdens de jongste Aalsterse gemeenteraad werd een reeks belangrijke aanpassingen goedgekeurd in het kader van het lokale zwerfkattenbeleid. Centraal stonden de bijsturing van de samenwerkingsovereenkomsten met de lokale dierenartsen en het dierenasiel Sint-Hubertus, alsook een verfijning van het premiereglement voor de sterilisatie en castratie van huiskatten. Schepen van Dierenwelzijn Caroline De Meerleer (N-VA) onderstreept het belang van een doorgedreven en structurele aanpak. “Zwerfkatten vormen een blijvende uitdaging. Alleen door nauwe samenwerking met dierenartsen, het asiel en met actieve betrokkenheid van de burger, kunnen we de populatie onder controle houden.”
Premie enkel nog met verplichte chipregistratie.
Een van de krachtlijnen in het zwerfkattenbeleid is het premiereglement dat eigenaars van huiskatten stimuleert tot sterilisatie of castratie. Inwoners kunnen via de stad een premiebon aanvragen van 30 euro bij sterilisatie en 15 euro bij castratie, te gebruiken bij erkende dierenartsen. In 2024 werden maar liefst 488 van dergelijke bonnen toegekend, wat het succes van de maatregel aantoont.
Nieuw is dat de toekenning van een premie voortaan gekoppeld wordt aan de wettelijke verplichting tot chippen van de kat. “Het chippen en registreren van katten is sinds 2017 wettelijk verplicht, maar helaas wordt deze maatregel nog onvoldoende nageleefd,” stelt De Meerleer. “Door dit nu expliciet op te nemen als voorwaarde in ons premiereglement, willen we katteneigenaars extra aanzetten om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Want zonder registratie blijft het probleem van verloren en gedumpte katten voortbestaan.”
Efficiëntere werking door samenwerking met dierenartsen.
In het verlengde van het premiereglement werden ook de samenwerkingsovereenkomsten met de lokale dierenartsen herzien. Deze spelen een centrale rol bij het uitvoeren van de zogenaamde TNR-methode (‘Trap-Neuter-Return’): het vangen, steriliseren en terugplaatsen van zwerfkatten in hun vertrouwde omgeving. Voortaan zullen alle gevangen zwerfkatten – ongeacht of ze na behandeling terug worden uitgezet of overgedragen aan het dierenasiel – worden verzorgd door de lokale dierenartsen. “Tot op heden behandelden dierenartsen enkel katten die teruggeplaatst werden. Door hun rol uit te breiden, verlichten we de werkdruk op het dierenasiel en vermijden we dubbele procedures,” aldus De Meerleer. “Het is een efficiëntere manier van werken en een stap vooruit in de professionalisering van ons dierenwelzijnsbeleid.” In 2024 werden 163 zwerfkatten gevangen. Van die groep konden 83 dieren, na medische controle en socialisatie, worden opgenomen door het dierenasiel met het oog op adoptie.
Hogere toelage voor dierenasiel Sint-Hubertus.
Het dierenasiel Sint-Hubertus blijft een onmisbare schakel in het dierenwelzijnsbeleid van de stad. Jaarlijks vangt het asiel talloze verloren gelopen, achtergelaten en zwervende dieren op en biedt het deze een nieuwe thuis. De stijgende operationele kosten en de toegenomen instroom van vooral jonge katten, noopten het stadsbestuur om de financiële steun aan te passen aan de realiteit.
Sinds 2021 ontving het dierenasiel een jaarlijkse toelage van 11.000 euro. Die wordt nu verhoogd tot 15.000 euro. “Een noodzakelijke stap,” verduidelijkt De Meerleer. “Het dierenasiel voert voor ons belangrijke wettelijke en decretale taken uit. We mogen bijzonder dankbaar zijn dat dit met zoveel toewijding gebeurt, door medewerkers én vrijwilligers. Met deze verhoging erkennen we hun inzet en garanderen we tegelijk de continuïteit van hun werking.”
Van ad-hocmaatregelen naar geïntegreerd beleid.
Met de goedkeuring van de aangepaste overeenkomsten en het premiereglement zet de stad een duidelijke stap richting een meer structureel en duurzaam zwerfkattenbeleid. De combinatie van preventieve maatregelen (zoals sterilisatie- en chipverplichtingen), directe actie (vangacties met RATO vzw) en opvang (via het dierenasiel), zorgt voor een geïntegreerde aanpak.
“We kiezen resoluut voor een beleid waarin dierenwelzijn geen vrijblijvende bekommernis is, maar een gedeelde verantwoordelijkheid tussen stad, professionals en burgers,” besluit schepen Caroline De Meerleer. “Alle schakels zijn nodig om het verschil te maken – en we zullen blijven evalueren en bijsturen waar nodig.”