De Vlaamse landbouwsector krijgt een jong gezicht. In 2024 dienden maar liefst 239 jonge starters of bedrijfsovernemers een succesvolle aanvraag in voor steun via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Dat is een opmerkelijke stijging ten opzichte van de voorbije jaren: in 2022 ging het om 135 dossiers, in 2023 zelfs maar 110. De cijfers betekenen meer dan een verdubbeling in één jaar tijd, en bieden hoop voor een sector die al jaren kreunt onder vergrijzing en onzekerheid.
De opmerkelijke groei werd woensdag in de verf gezet tijdens een symbolisch werkbezoek aan de Anjers De Nijs in Erpe-Mere. Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v), Vlaams Parlementslid Robrecht Bothuyne (cd&v), Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens, ondervoorzitter Lut D’Hondt, avbs-voorzitter Erik Boterdaele en het gemeentebestuur van Erpe-Mere kwamen er samen om in gesprek te gaan met één van die 239 jonge landbouwers: Louis De Nijs (19), die sinds kort mee aan het roer staat van het familiebedrijf.
Van schoolbank naar serre: Louis De Nijs is toekomst van Vlaamse sierteelt.
Louis is geen onbekende in de bloemenserre. Al van kindsbeen af liep hij tussen de kleurrijke rijen anjers van zijn ouders. Twee jaar geleden studeerde hij af aan de Tuinbouwschool in Melle, en sindsdien is hij volwaardig medezaakvoerder geworden. “Ik heb er nooit aan getwijfeld dat ik in het familiebedrijf zou stappen,” zegt hij. “Het zit in mijn bloed.”
Om die instap mogelijk te maken, investeerden zijn ouders in een ambitieuze uitbreiding: een nieuwe serre van maar liefst 1,1 hectare, goed voor een verdubbeling van het bestaande areaal. Voor die investering kreeg Louis via het VLIF een steunbelofte van 100.000 euro – het hoogste forfaitaire bedrag dat via het fonds kan worden toegekend.
Toch is de jonge ondernemer kritisch. “Ik diende mijn dossier in in 2022, het werd goedgekeurd in 2024, maar tot op vandaag heb ik nog geen euro ontvangen. Dat is frustrerend, zeker in tijden waar elke investering zorgvuldig gepland moet worden.” Zijn bezorgdheid werd ook door minister Brouns genoteerd. “We erkennen dat de administratieve doorlooptijd te lang is. We werken eraan om de procedures te versnellen.”
VLIF-steun: hefboom voor jong ondernemerschap in de landbouw.
Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds werd in 2022 hervormd om jonge landbouwers een extra duwtje in de rug te geven. Sindsdien kunnen starters of overnemers onder de 40 jaar een forfaitaire steun aanvragen van 40.000, 70.000 of 100.000 euro, afhankelijk van de bedrijfsgrootte en het aantal actieve vennoten.
Dat de instroom van jonge landbouwers toeneemt, stemt minister Brouns hoopvol. “We hebben jarenlang de afbouw van het aantal landbouwbedrijven moeten aanzien. Met deze steunmaatregel proberen we het tij te keren. Land- en tuinbouw zijn strategische sectoren, fundamenteel voor onze voedselvoorziening én onze open ruimte. Jongeren als Louis tonen dat er opnieuw geloof en goesting is om erin te stappen.”
Ook Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens benadrukt het belang van toekomstgerichte investeringen, maar blijft realistisch: “We moeten eerlijk zijn. De sector blijft onder druk staan. De stikstofonzekerheid, de regeldruk, de internationalisering van de voedselmarkt: het zijn stuk voor stuk factoren die jongeren afschrikken. Slechts 12 procent van de landbouwers ouder dan vijftig heeft vandaag een opvolger klaarstaan. Dat is een wake-upcall.”
Verjonging is geen luxe, maar noodzaak.
Volgens Vlaams Parlementslid Robrecht Bothuyne (cd&v), zelf afkomstig uit een landbouwersgezin, is het stimuleren van jonge ondernemers een absolute prioriteit. “Vandaag wordt meer dan de helft van de Belgische landbouwbedrijven geleid door 55-plussers. Als we geen nieuwe generatie kunnen aantrekken, dreigen we onze voedselproductie uit handen te geven aan andere landen. Zeker in tijden van geopolitieke spanningen, zoals de oorlog in Oekraïne, is het cruciaal dat we inzetten op eigen voedselzekerheid.”
Bothuyne wijst erop dat niet alleen overheidsmaatregelen een rol spelen. “Het is ook zo dat de marktomstandigheden de jongste tijd iets gunstiger zijn. Energieprijzen stabiliseren, er is meer bewustzijn bij consumenten rond lokale producten. Dat helpt om de drempel voor jongeren te verlagen.”
De toekomst is familiaal én ambitieus.
Bij de familie De Nijs leeft de toekomst. Na Louis staat ook broer Jef (17) al te popelen om zijn school af te ronden en zich bij het bedrijf te voegen. Enkel zus Marie (15) kiest een ander pad. “Wij hebben er altijd bewust voor gekozen om onze kinderen te laten proeven van het leven op de kwekerij,” vertelt vader Koen De Nijs. “Maar de keuze lag bij hen. We zijn blij en trots dat ze willen doorgaan met wat wij hebben opgebouwd.”
Minister Brouns sluit het bezoek af met een positieve noot: “Zulke verhalen bewijzen dat ons beleid werkt. Maar we zijn er nog lang niet. We moeten blijven investeren in jonge ondernemers, hen ondersteunen met duidelijke regelgeving, administratieve vereenvoudiging en een helder toekomstperspectief. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat landbouw ook morgen nog een aantrekkelijke sector blijft.”
Feiten en cijfers – VLIF in vogelvlucht.
- VLIF-start in huidige vorm: 2022.
- Aantal goedgekeurde aanvragen voor jonge landbouwers:
- 2022: 135
- 2023: 110
- 2024: 239
- Mogelijke steunbedragen:
- €40.000 – kleine bedrijven
- €70.000 – middelgrote bedrijven
- €100.000 – grote bedrijven of meerdere bedrijfsleiders
- Doelgroep: Starters of overnemers jonger dan 40 jaar
- Totale landbouwbedrijven in Vlaanderen: ±23.000
- % bedrijfsleiders ouder dan 55 jaar: ±55%
- % met opvolging klaar: slechts 12%