Hij liep al modeshows voor Jean-Paul Gaultier en Hermès, en in de reeks ‘Dood Spoor’ speelt hij de tv-zoon van Peter Van den Begin. De wereld ligt aan de voeten van de 25-jarige Jesse Bo Gebruers, zou je dan denken. “Ik hou die voetjes nog wel op de grond.” Of… op een bank van het Ezelsplein, waar de jonge acteur opgroeide. “Ik voel echt de nood om in Aalst te zijn.”
Of hij al eens vergeleken werd met Hollywoodacteur Timothée Chalamet? “Al meer dan één keer”, zegt Jesse Bo Gebruers, terwijl hij op een muurtje van het Ezelsplein klimt. “Het is m’n haar, denk ik. Qua acteerprestaties ben ik nog maar Timothée ‘van den Aldi’, hoor. (lacht)” Met zijn rol in de fictiereeks ‘Dood Spoor’ heeft Jesse net z’n tv-debuut te pakken. In de serie speelt hij de zoon van het hoofdpersonage, vertolkt door Peter Van den Begin. “Poll is een duts. Hij komt uit een warm gezin, maar zit als 17-jarige volop in zijn puberteit. Hij is op zoek naar zichzelf, komt z’n eerste grote liefde tegen en zet zich daardoor af tegen zijn ouders. Mijn personage heeft soms trekjes van Otis, de knullige hoofdfiguur uit de Netflix-reeks ‘Sex Education’. En dat ingetogene zat zeker ook wat in mijzelf op die leeftijd. Ik kon ook best een dutske zijn.”

Scheerscène.
Dan heb je je eerste tv-rol te pakken. Dan moet je al een dutske spelen. En dan zetten ze nog eens rasacteur Peter Van den Begin tegenover jou. “Peter kan bij een eerste ontmoeting best intimiderend overkomen, alleen al door z’n gestalte. Maar ik heb hem leren kennen als een heel lieve man, die me direct op mijn gemak stelde. In aflevering 6 hebben we een scheerscène samen. Hij gaf me de tip om je tegenspeler te durven aankijken. Recht in de ogen, ook al is die twee meter hoog. Emilie De Roo (bekend van Nonkels’ en het muzikale duo Kenji Minogue, red.) was dan weer letterlijk en figuurlijk mijn tv-moeke.”
Scouting op de Meir.
Jesses casting kwam uit onverwachte hoek. “De verantwoordelijke stuurde me een berichtje op Instagram. Of ik geen interesse had om auditie te doen. Toen ik het script las, was ik meteen verkocht.” En da’s niet de eerste keer dat een toevalligheid Jesses carrière in een stroomversnelling bracht. “Op mijn 17de werd ik gescout op de Antwerpse Meir voor modellenwerk. Ik had er best mijn twijfels bij, maar mijn familie stimuleerde me om het te proberen. Een maand later liep ik mijn eerste modeshow in Parijs en ik ben het blijven doen tot mijn 21ste. Van Hermès en Dries Van Noten tot Vogue in Hongkong… Ik zat vaak in het buitenland, tot corona kwam. De zotste shows? Die van Jean-Paul Gaultier: één grote chaos, maar wel memorabel. Ineens stond ik daar te praten met de dochter van Michael Jackson of dronk ik koffie naast de ontwerper himself op zijn pensioensdefilé.”
Doe maar normaal.
“De modellenwereld is hard, en ik voelde dat ik meer voldoening haalde uit shoots voor magazines: met sets en decor een verhaal vertellen. Van daaruit groeide de interesse in acteren”, zegt Jesse, die momenteel in z’n derde bachelor drama zit aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. “Ik zit er ook op kot en ben voorlopig enkel in het weekend in Aalst. Toch heb ik er echt nood aan om hier te zijn. Als ik een weekend niet in de Sint-Annawijk geweest ben, ben ik als het ware mijn bron kwijt. Die ‘doe maar normaal’-mentaliteit die in Aalst hangt, die vind ik fantastisch. Tijdens mijn spreeklessen werd ik erop gewezen dat mijn a wat te Antwerps werd. ‘Help’, dacht ik. ‘Waar zijn mijn Denderklanken?’ Gelukkig heb ik tijdens carnaval nog eens een dialectbad kunnen nemen. Een echte feestganger ben ik niet, maar ik voel wel elk jaar de drang om de stoet te zien. Die satire, met de voetjes op de grond: ik hou daarvan. Veel van mijn medestudenten dromen er trouwens van om op te treden in de Antwerpse Bourla. (vastberaden) Ik heb dat niet, ik wil op het podium van De Werf staan!”
Bron: Stad Aalst.